Stichting Zwolsmen Scheepstimmerwerf De Hoop te Workum

Verhalen

Voorspel. De periode 1 april 1976 t.e.m. 22 september 2023. Vervolgens: de hoopvolle toekomst.

Eind 60er jaren was Reid de Jong, architect uit het westen des lands, neergestreken met zijn gezin op het Toinsie, de vuurtoren op de zeedijk tussen  Workum en Hindeloopen.
Hij verzorgde de restauratie van monumentale panden in Workum, Hindeloopen en verdere omgeving.
Hij overlegde met de eigenaar, zocht een bouwbedrijf voor de klus en begeleide de werkzaamheden van begin tot eind.

Bij de vuurtoren lag de Workummer aak WK 44 aan de steiger. Het schip was begin 20ste eeuw gebouwd door Ulbe Zwolsman op scheepstimmerwerf De Hoop naast de sluis, een paar kilometer verderop.
Jarenlang had deze Aak gevaren vanuit Wieringen, in eigendom van de familie Bakker, de schoonfamilie van Reid; zijn partner Wijnie groeide als kind op met dit schip.

In 1972 kwam Reid samen met zoon Jelle en de WK44 naar Sneek .Bij scheepswerf Van der Meulen aldaar werd vervolgens een grote onderhoudsbeurt uitgevoerd. Op de werf in Workum, de oorspronkelijke bouwplaats van het schip, was dit niet meer mogelijk.
Scheepstimmerwerf De Hoop was in de loop der jaren vervallen tot een schamel restant van de glorie uit vroeger jaren.
Evert Zwolsman, zoon van de bouwer van de WK 44,woonde nog in de woning naast de overwoekerde hellingen. Evert was als opvolger van zijn vader toch niet in diens voetsporen getreden. Schepen zijn er door Evert niet meer gebouwd op de werf. Zijn ambitie lag waarschijnlijk meer bij de muziek; zijn piano, viool, het koorleven in Workum zangles verzorgen en spelen op het orgel in de Grote Kerk.
Ontwikkelingen op de werf bleven achterwege; reparatie- en onderhoudswerk op de hellingen gebeurden nog wel, echter hoofdzakelijk door de eigenaren van de schepen zelf uitgevoerd.

De tijd verstreek en het verval zette door.
Tot Evert begin 70er jaren benaderd werd door de vuurtorenwachter. Reid zijn ultieme doel was om te komen tot herstel en bewaren van deze unieke plek. De burgemeester van de Stad Workum. Dhr Pastoor, vond hij aan zijn zijde en ook Evert Zwolsman ging vol trots mee op deze weg: de voortgang van zijn bedrijf!
Een plan werd gezamenlijk uitgewerkt. Het doel was om een actief, werkend bedrijf te realiseren op deze unieke plek, met respect voor de situatie zoals deze was overgeleverd.

De zoektocht naar financiële ondersteuning kon beginnen. Burgemeester Pastoor verzorgde de mogelijkheden bij gemeente, provincie en rijk.
En gesprekken werden gevoerd met Reinder Zwolsman uit Wassenaar, neef van Evert en regelmatig bereid Evert financieel te ondersteunen wanneer broodnodige reparaties aan huis en schuur geen uitstel meer dulden…
Reinder voelde zich nauw betrokken bij neef Evert en de werf.
Overeen gekomen werd dat het Sociaal Voorzieningsfonds Zwolsman Groep garant stond voor het niet gesubsidieerde deel van de werkzaamheden.

Het gezamenlijk overleg ging verder; een stichting moest in het leven geroepen worden en Evert zou dan afstand doen van zijn bezit. De nodige documenten werden opgesteld.
En voor een werkend bedrijf was een werfbaas een vanzelfsprekende voorwaarde.
In Sneek, tijdens het werk aan de WK 44, voerde Reid gesprekken met Johannes van der Meulen; zou het voor zijn bedrijf voordelig kunnen zijn om dicht aan het IJsselmeer te beschikken over een dependance? Volop werk was voorhanden in reparatie en restauratie van de resterende oude Zuiderzee vissersvloot.
Deze optie werd door Van der Meulen niet als realistisch gezien en hij haakte af.
Op de werf in Sneek was in die jaren Roelof van der Werff in de leer, ook aan de WK 44 werkte hij mee en samen met Reid  werden vele gesprekken gevoerd. Tot ook voor hem de vraag kwam van Reid of de werf in Workum zijn toekomst zou kunnen worden.
Gesprekken hierover werden de jaren daarna voortgezet.

En in Workum werden verdere stappen gezet om de restauratie te realiseren en om de organisatie het noodzakelijke juridische draagvlak te geven.
Tot in  september 1973 Evert Zwolsman in zijn woning door buurman Grasman werd gevonden. Niet meer aanspreekbaar, in het ziekenhuis is Evert overleden op … september…
Een Workummer persoonlijkheid verdween; Evert, op zijn Harley met dichte wielen, met zijn muziek, wonend op zijn overwoekerde erf naast de sluis.
Een gemis. Ook voor de betrokkenen bij de stichting in oprichting, afgerond was de organisatie nog niet. Drie erfgenamen raakten nu betrokken bij de verdere ontwikkelingen. Financieel had dit gevolgen.
Het duurde vervolgens nog tot 1 april 1976 voordat bouwbedrijf Wouda, Workum, de restauratie in gang zette.
Roelof van der Werff was vanaf het begin daarbij betrokken en toen in juni ’76 de Pikloods gereed kwam werd daar begonnen met de bouw van het Fries Jacht ‘Else’, te water gelaten op 20 mei 1977.
Na een lange periode van stilte weer volop leven op De Hoop!

De ‘Stichting Zwolsman Scheepstimmerwerf De Hoop te Workum’ was inmiddels opgericht. Het bestuur werd gevormd door Dhr. Pastoor, burgemeester Workum, voorzitter, Dhr. Ten Hoeve, directeur Fries Scheepvaartmuseum, secretaris, Dhr Vroom, directeur Zuiderzeemuseum, penningmeester, Mulder, erfgenaam van Evert Zwolsman, lid, en een afgevaardigde van Sociaal Voorzieningsfonds Zwolsman Groep, ook als lid. Reid de Jong was adviseur.
De daarop volgende jaren bleven de wisselende burgemeesters van, eerst de stad Workum en vervolgens van de gemeente Nijefurd, voorzitter van de stichting.

Woensdag 19 oktober 1977 werd de volledige restauratie van de werf feestelijk afgerond. En het is voor deze gelegenheid dat de start van de Strontrace ook plaatsvind op deze dag en niet, als gebruikelijk, op maandag. Een unieke situatie in de inmiddels 50 jarige geschiedenis van dit evenement.
Afronding en start werden in dat jaar gecombineerd en onder grote belangstelling gevierd in de grote schuur van De Hoop, met als podium de volgende nieuwbouwopdracht, de schouw WK11 ‘De Twee Gebroeders.

Reinder Zwolsman bleef betrokken bij de werf. De Boeieraak ‘Marieke’, gebouwd op de werf door Ulbe Zwolsman in 1912, voor een Engelse opdrachtgever, werd door Reinder uit Engeland gehaald en eind ’77 naar de werf gebracht voor de grote restauratie.
De slechte gezondheid van Reinder gooide echter roet in het eten, het schip bleef enige jaren onaangeroerd liggen op de werf.
Uiteindelijk werd een oplossing gevonden toen Reinder Zwolsman de ‘Marieke’ in 1982 overdroeg aan de ‘Stichting Houten Schepen’.
Het schip werd als opleidingsproject door een groep jongeren onder leiding van Jan de Vries op de werf gerestaureerd.
De tewaterlating vond plaats op 15 mei 1990, verricht door toenmalig Commissaris van de Koningin, Hans Wiegel.

Eind 80er jaren gaf het volledige stichtingsbestuur te kennen hun taken te willen beëindigen. Ook kwam een einde aan het voorzitterschap van een zittende burgemeester.
Een volledig nieuw bestuur trad aan onder leiding van Dhr. Jaap Maasdam.

Juist in deze periode werden alle werven in Nederland geconfronteerd met strenge milieuregelgeving aangaande het hellingen en schoonspuiten van schepen en jachten. Afvalwater mocht niet meer in het oppervlaktewater worden geloosd. Kostbare investeringen moesten ervoor zorgen dat dit water opgevangen en gezuiverd werd.
Scheepstimmerwerf De Hoop kreeg ook hiermee te maken, schepen konden niet meer op de hellingen getrokken worden en kraanwerk was niet meer mogelijk.
Het nieuwe bestuur stond nu voor een grote uitdaging. En opnieuw moest gezocht worden naar financiële ondersteuning, het voortbestaan van het bedrijf stond op het spel.
De grote inspanningen van het nieuwe bestuur hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat de noodzakelijke ingrepen uitgevoerd werden. Ook werd een deel van de schuur geïsoleerd en van verwarming voorzien, een fraaie machinale werkplaats kon worden ingericht met moderne houtbewerkingsmachines. Op de zolder van de Pikloods werden kantoor en keuken ingericht.
In de tweede helft van de 90er jaren waren alle werkzaamheden afgerond en de werf kon verder naar de toekomst.

En zo naderden de 20er jaren van een nieuwe eeuw… Weer doemden donkere wolken op en ook een nieuw bestuur was in de loop van de jaren aangetreden, nu onder voorzitterschap van Dhr. Miks van Schelven. En hij zag zich, samen met de rest van het bestuur, geconfronteerd met hoe het voortbestaan van de werf te garanderen…
Het woonhuis was onbewoonbaar geworden, de hellingen in slechte staat en de werfschuur moest ook danig onder handen genomen worden. Weer werd een grote inzameling opgestart; subsidies fondsen, particulieren; van vele kanten werd geld ingezameld en de grote klus werd geklaard, de werf ligt er opnieuw spik en span bij!

Delen:

Feestelijke tewaterlating van een Wieringer aak door de heer Brok
De restauratie van Werf De Hoop

Meer om te lezen